Belastingdienst Bijlage Verzoek teruggaaf bpm/doorschuif regeling taxi en openbaar vervoer Verklaring gebruik 90% Waarom dit formulier? Met dit formulier. doorschuifregeling-voor-ondernemers. doorschuifregelingen: holdover arrangement vs. rollover in UK tax, .. (f.i. Bpm transfer facility for entrepreneurs, ).
Author: | Ararisar Mauzuru |
Country: | Guinea-Bissau |
Language: | English (Spanish) |
Genre: | Business |
Published (Last): | 13 October 2008 |
Pages: | 367 |
PDF File Size: | 17.10 Mb |
ePub File Size: | 1.7 Mb |
ISBN: | 216-9-68272-774-5 |
Downloads: | 83702 |
Price: | Free* [*Free Regsitration Required] |
Uploader: | Tushakar |
Please contact customerservices lexology. If you can’t read this PDF, you can view its text here.
Refund for taxis or public transport
Go back to the PDF. Dankzij onze full-service praktijk, specifieke sectorbenadering en diepgaande kennis van de markt, begrijpen onze adviseurs precies waaraan u behoefte heeft. Er zijn vele aspecten aan verbonden, onder meer op het terrein van het arbeidsrecht, de belastingen en sociale verzekeringen. In deze brochure wordt ingegaan op deze aspecten van het werken buiten Nederland. Met name wordt aandacht besteed aan de positie van een werknemer die door zijn Nederlandse werkgever voor korte of langere duur naar het buitenland wordt uitgezonden.
De inhoud van deze uitgave is gebaseerd op de regelgeving, zoals deze geldt per 1 januari Wij hebben gekozen voor een opzet, waarbij de onderwerpen slechts globaal worden behandeld. Het is daarom aan te bevelen met uw eigen adviseur te overleggen of bepaalde maatregelen moeten worden genomen. De inhoud van deze brochure is met grote zorg samengesteld. Vertrek naar andere EU-lidstaat 40 2. Vertrek naar derdeland 40 2. Hierbij speelt ook de duur van de uitzending een belangrijke rol.
In de meeste gevallen heeft de uitzendende werkgever een beleid geformuleerd voor de uitzending, waarin wordt aangegeven wat onder een korte en lange uitzending wordt verstaan. Hierna wordt aandacht besteed aan enkele arbeidsvoorwaarden. Indien nodig wordt daarbij ingegaan op de bijzonderheden die de verschillende termijnen van uitzending met zich meebrengen. De drie mogelijke juridische structuren zijn: Voor elk van deze drie structuren is vereist dat sprake is van een buitenlandse juridische entiteit die als werkgever kan optreden.
Indien een dergelijke entiteit niet bestaat, zal in alle gevallen de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de Nederlandse werkgever in stand moeten blijven en kan slechts sprake zijn van een wijziging van de arbeidslocatie. De detacheringsstructuur Meestal vindt detachering tussen verschillende onderdelen van een internationaal concern plaats.
In beginsel blijft Nederlands recht op de arbeidsovereenkomst van toepassing gedurende de detachering. Tussen de werknemer en het buitenlandse concernonderdeel waarnaar hij wordt gedetacheerd, bestaat geen juridische band.
Het buitenlandse concernonderdeel is slechts de inlener. Voorts bestaat er tussen het Nederlandse en het buitenlandse concernonderdeel een overeenkomst van opdracht waarin doosrchuifregeling afgesproken onder welke voorwaarden het Nederlandse concernonderdeel de werknemer naar het buitenlandse concernonderdeel uitzendt.
Daarin wordt ook aandacht besteed aan het toepasselijke sociaalzekerheidsrecht. Duurt de detachering langer en werkt een werknemer uiteindelijk langer in coorschuifregeling andere land dan in Nederland, dan kan het gebeuren dat bepaalde regels van het werkland van toepassing worden op de arbeidsovereenkomst. Verder geldt voor detachering vanuit Nederland naar een EU land dat bepaalde regels van het werkland altijd gelden, ongeacht de duur van de detachering tenzij de detachering minder dan een maand duurt.
Dit betreft de volgende onder a. Dit alles speelt vanzelfsprekend alleen voor zover deze bepalingen gunstiger zijn voor de werknemer dan oorspronkelijk overeengekomen met de werkgever. De werknemer kan dan tegenover de Nederlandse rechter een beroep doen op bovengenoemde bepalingen van buitenlands recht. De juridische band eindigt dus en de werknemer wordt bij het buitenlandse concernonderdeel op een lokaal contract geplaatst met toepassing van het lokale recht.
De werknemer dient zich te realiseren dat doorschuifrwgeling concernonderdeel waarmee hij een nieuwe arbeidsovereenkomst sluit aan veranderingen onderhevig kan zijn. Het onderdeel kan bijvoorbeeld sluiten of doorschuifdegeling verkocht.
Om de onvoorziene gevolgen van dergelijke gebeurtenissen op te vangen, kunnen werknemer en het oorspronkelijke concernonderdeel een terugkeergarantie overeenkomen. Partijen doen er verstandig aan om duidelijke afspraken te maken over de inhoud en reikwijdte van de terugkeergarantie. De opschortingsstructuur houdt in dat de hoofdverplichtingen van het Nederlandse concernonderdeel komen te vervallen.
In de plaats daarvan treden de hoofdverplichtingen van het buitenlandse concernonderdeel.
List of bpm forms
Dit hoeven niet exact dezelfde te zijn als die van het Nederlandse concernonderdeel. Het betreft immers twee aparte arbeidsovereenkomsten met elk hun eigen arbeidsvoorwaarden. Ook moeten er afspraken worden gemaakt over terugkeer en herplaatsing van de werknemer.
In de opschortingsstructuur zijn er twee arbeidsovereenkomsten en dus mogelijk ook twee verschillende nationale rechtsstelsels die van toepassing zijn, afhankelijk van de rechtskeuze en eventueel dwingend recht. De wijze van implementatie verschilt per structuur. Bij de implementatie van een structuur is de vraag naar het toepasselijke recht en de eventueel bevoegde rechter cruciaal.
Bij uitzendingen voor langere duur, waarbij de gezinsleden meeverhuizen naar het buitenland, komen andere emolumenten aan de orde, zoals een expattoeslag, een vergoeding voor ongemakken hardship allowancehuisvestingskosten, schoolkosten voor kinderen, etc. Voor de vaststelling en aanpassing van deze onderdelen van het beloningspakket wordt gebruik gemaakt van verschillende berekeningsmethoden, zoals de home net-methode of de local-going-rate-methode.
Dit is niet altijd eenvoudig, omdat tegelijkertijd pensioenrechtelijke, arbeidsrechtelijke, fiscale en socialezekerheidsaspecten een rol kunnen spelen. Het is niet altijd mogelijk de Nederlandse pensioenregeling van de werkgever voort te zetten wanneer men in het buitenland gaat werken. Ook worden pensioenen in de diverse landen fiscaal verschillend behandeld.
Zelfs tussen de landen van de Europese Unie heeft op dit punt op fiscaal gebied nog geen afstemming plaatsgevonden. Wel worden de sociaalverzekeringsrechtelijke aspecten van wettelijke pensioenen niet de dporschuifregeling pensioenen op basis van Verordening EG nr.
Wanneer de werknemer langer dan een maand werkzaam zal zijn in het buitenland moet de werkgever tevens informatie verstrekken over: Meestal moeten deze vooraf worden aangevraagd door de uitzendende of ontvangende werkgever.
Voor de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, van de landen waarop de Europese Economische Ruimte van toepassing is IJsland, Liechtenstein en Noorwegen en voor Zwitserland geldt dat de werknemer is vrijgesteld van de verplichting een werkvergunning aan te vragen wanneer in een van deze landen wordt gewerkt. Maar dat heeft dan betrekking op het verblijf als zodanig en niet op de vraag of men mag werken in die lidstaat.
Zowel op het gebied van de arbeidsvoorwaarden als op fiscaal, sociaalzekerheidsterrein en pensioenen moet veel worden geregeld. Daarnaast dient gedacht te worden aan aanpassing van de volgende particuliere verzekeringen: In het eerste geval is blijft men een zogenoemde doorschuifreheling belastingplichtige. In het andere geval is meestal sprake van buitenlandse belastingplicht.
In de Nederlandse belastingwetgeving is bepaald dat de plaats waar iemand woont naar de omstandigheden wordt beoordeeld.
Deze omstandigheden zijn feitelijk van aard.
gestald | Dutch to English | Accounting
Dit betekent onder meer dat aan formele criteria, zoals de inschrijving in enig bevolkingsregister, doorgaans minder betekenis wordt toegekend.
Enkele criteria, bepalend voor de fiscale woonplaats, zijn: Uit de rechtspraak met betrekking tot het woonplaatsbegrip volgt dat de aanwezigheid van een duurzame band van persoonlijke aard met een bepaald land doorslaggevend is voor de vaststelling van de woonplaats. Daarbij betekent het inwoner worden van een ander land niet zonder meer dat de werknemer daarmee voor fiscale doeleinden niet meer als inwoner van Nederland kan worden beschouwd.
De uitgezonden werknemer dient eerst vast te stellen of, door de tewerkstelling buiten Nederland, hij inwoner van Nederland blijft of dat hij zijn woonplaats verlegt. Schematisch weergegeven laten de volgende situaties zich onderscheiden: Diplomatieke en consulaire ambtenaren en hun gezinsleden worden – ongeacht de duur van de uitzending – bij fictie geacht hun woonplaats in Nederland te behouden.
Refund for taxis or public transport
Bedacht dient te worden dat doorschuifregleing sommige groepen werknemers zoals schepelingen, luchtvaartpersoneel en werknemers in de offshore-industrie bepalingen gelden die – sterk – afwijken van hetgeen hierna wordt vermeld. Daarbij is het niet van belang waar ter wereld dat inkomen is verdiend of wordt uitbetaald. De Nederlandse inkomstenbelasting is een tijdvakbelasting die per kalenderjaar wordt geheven. Omdat de binnenlandse belastingplichtige belasting is verschuldigd doorschuifregeing zijn wereldinkomen, kan dubbele belastingheffing optreden.
Immers, het in het buitenland verdiende arbeids inkomen zal aldaar veelal ook aan een belastingheffing zijn onderworpen. Teneinde doorcshuifregeling belastingheffing te voorkomen, heeft Nederland in de door haar gesloten belastingverdragen voorzieningen getroffen zie 2. In de situatie waarin geen beroep op een belastingverdrag kan worden gedaan, heeft de Nederlandse wetgever eenzijdig regelingen in het leven geroepen die erop neerkomen dat de buitenlandse inkomsten in Nederland – onder voorwaarden – worden vrijgesteld of dat de Nederlandse belasting wordt verminderd om rekening te houden met de in het buitenland betaalde belasting.
Indien tijdens de werkzaamheden buiten Nederland de binnenlandse belastingplicht voortduurt, verandert er in fiscaal opzicht niets; de uitgezonden werknemer blijft in beginsel belastingplichtig voor het gehele wereldinkomen. Ook aftrekposten zoals hypotheekrente en uitgaven voor bpn lijfrenten en dergelijke kunnen worden opgevoerd.
Indien de uitgezonden werknemer in dienst blijft bij de in Nederland gevestigde werkgever, zal de werkgever in principe loonbelasting moeten inhouden op het salaris, ook indien het salaris in het buitenland wordt uitbetaald, tenzij het salaris voor de Nederlandse belastingheffing op basis van een verdrag of het Doorwchuifregeling voorkoming dubbele belasting de Eenzijdige Regeling is vrijgesteld zie ook 2. De werking van de verdragen en de Eenzijdige Regeling wordt hierna verder toegelicht.
In bijlage I is daarvan een overzicht opgenomen, beoordeeld naar de situatie per 1 januari Een verdrag doorschuifrfgeling, onder meer, tot doel aan te geven welke verdragsstaat bevoegd is belasting te heffen over inkomsten uit een bepaalde bron.
Voor inkomsten uit dienstbetrekking zogeheten niet-zelfstandige arbeid geldt in het algemeen dat het land waar de arbeid wordt verricht – het werkland – het recht heeft om de daaruit voortvloeiende inkomsten in zijn belastingheffing te betrekken. Dit betekent automatisch dat het andere land – het woonland – de desbetreffende inkomsten dient vrij te stellen. De vrijstelling geldt in het algemeen ook als het werkland geen belasting heft, bijvoorbeeld omdat de arbeidsinkomsten vallen binnen een daarvoor geldende belastingvrije som.
Op de hiervoor genoemde hoofdregel bestaan evenwel uitzonderingen. Voor zover in het kader van deze brochure van belang, worden achtereenvolgens genoemd en nader toegelicht: Voor de inkomsten uit dienstbetrekking geldt als hoofdregel dat deze mogen worden belast in het werkland.
Hierop bestaat een uitzondering. De arbeidsbeloning mag toch in het woonland en dan niet in het werkland worden belast, indien cumulatief aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan: Niettemin dient dit per belastingverdrag te worden beoordeeld. Dit verschilt per belastingverdrag. De Nederlandse interpretatie van het begrip werkgever in verdragssituaties is als volgt. Dit geldt, ondanks dat de werknemer formeel geen arbeidsovereenkomst heeft met de vennootschap in het buitenland.
Het gevolg hiervan is dat in die situaties de werknemer steeds geacht wordt vanaf de eerste werkdag in het werkland belastingplichtig te zijn, ongeacht of hij meer of minder dan dagen in het betreffende werkland verblijft. Dit laatste brengt met zich mee dat: Daarbij kan worden uitgegaan van de voor de werknemer globaal per tijdseenheid berekende loonkosten, bijvoorbeeld een bedrag per dag.
Duitsland heeft in zijn nationale wetgeving bepalingen opgenomen voor situaties van grensarbeid. Het nieuwe belastingverdrag met Duitsland is met ingang van 1 januari in werking getreden. Er is echter de mogelijkheid om met toepassing van de overgangsregeling het oude belastingverdrag, zoals dat tot 1 januari gold, nog eenmaal voor het jaar toe te passen.